Hou het simpel en concreet

Verslag van de masterclass storytelling door Kate Leys

Tekst: Hugo Emmerzael

In een dynamische masterclass over scripts schrijven en storytelling houdt de Britse script- en story-editor Kate Leys het bedrieglijk simpel. “Als mijn verhaal niet op een post-it-briefje past, dan heb ik iets verkeerds gedaan.”

“Ik ben niet goed in grapjes,” vertelt de Britse script- en story-editor Kate Leys halverwege haar vlotte en persoonlijke masterclass over storytelling. De grap is: gedurende ruim twee uur heeft ze niets anders nodig dan een microfoon en een stapel persoonlijke anekdotes om het deelnemende publiek in MACA mee te nemen in haar professionele beleveniswereld. En dat doet ze met een flinke dosis humor. De gouden tip “koop eerder een reep chocolade dan een zelfhulpboek over scripts schrijven” spreekt bijvoorbeeld boekdelen over de humor die Leys in haar intieme masterclass strooit als snoepgoed om het publiek erbij te houden.

Omdat Leys zo goed is in verhalen vertellen en spreken voor een publiek, is het ook makkelijk om van haar aan te nemen dat ze spreekt van enige autoriteit binnen de wereld van film. Haar hele leven staat immers in het teken van teksten en verhalen, van het lezen van het werk van anderen om proberen te begrijpen wat de magie is die in zo’n verhaal gaat zitten. Haar indrukwekkende carrière omvat haar rol als ‘head of development’ bij onder andere Film4, waar ze bijdroeg aan klassiekers zoals “Four Weddings and a Funeral” (1994, Mike Newell) en “Trainspotting” (1996, Danny Boyle). Daarnaast heeft ze als script-editor gewerkt aan films zoals “Baby Done” (2020, Curtis Vowell), “Brimstone” (2016, Martin Koolhoven) en “Slow West” (2015, John Maclean).

Tijdens deze masterclass kwamen zulke titels echter amper aan bod. In plaats van een showcase PowerPointpresentatie over haar werk aan specifieke projecten, koos Leys voor een kritische reflectie op wat storytelling überhaupt is en wat het betekent om een verhaal te vertellen, specifiek in de vorm van een script. “Als mijn verhaal niet op een post-it-briefje past, dan heb ik iets verkeerds gedaan,” grapt ze voor de masterclass als ik mezelf voorstel als de schrijver die een verslag gaat doen van de masterclass. Dus bij dezen een poging om haar hele masterclass van dik twee uur samen te vatten in slechts een paar punten:

  • Alle verhalen hebben slechts een paar punten met elkaar gemeen. Het zijn die gemene delers die ze tot een verhaal maken.
    1. Verhalen moeten georganiseerd worden, zodat ze begrijpelijk worden. Een schrijver ordent en raffineert het materiaal zodat een persoon die het verhaal nog nooit heeft gehoord het meteen kan begrijpen.
    2. Verhalen gaan over verandering. Je moet binnen een script kunnen identificeren wat er veranderd is aan het eind van het verhaal.
    3. Verhalen hebben personages nodig om te volgen. Zij dienen als onze gids om in het verhaal te komen.
    4. Verhalen hebben verhalenvertellers nodig.
  • Leys durft zelfs een stap verder te gaan en te beweren dat bijna elk verhaal samengevat kan worden in één zin die ook op een post-it-briefje past:

“A stranger comes to town.”

Volgens Leys dekt deze zin de volledige lading van letterlijk elk script en elk verhaal dat ze tijdens haar carrière op haar bureau heeft zien belanden. Ze legt uit wat ze bedoelt met die suggestieve zin.

  • De town is de letterlijke en metaforische plek waar het verhaal landt. Het kan letterlijk een stad zijn, of een land, of een planeet, of een sterrenstelsel, of een huis, of een familie, of een persoon, zoals jij. Het is de plek waar het verhaal binnenkomt.
  • Stranger representeert hét probleem, iets om op te reageren. Een buitenaards wezen bijvoorbeeld, of de dood, liefde, de middelbare school, ouder worden, een uitdaging, verandering. Want dat is uiteindelijk het ding: men claimt van verandering te houden, maar verandering is juist datgene waar we het meest bang voor zijn, het ding waar we ons het liefst tegen willen verzetten. Dus elk verhaal gaat over verandering.

Het zijn allemaal bedrieglijk simpele ideeën, en dat is volgens Leys het punt. Na al haar jaren werken in deze industrie is ze erachter gekomen dat veel van het jargon, en veel van de zogenaamde conventies en geheimen van hoe je een goed script schrijft, alleen maar het persoonlijke en creatieve proces van de schrijver in de weg zitten. “Inciting incidents” zijn voor Leys geen handige begrippen om dieper in het script te komen. Juist door het simpel en concreet te houden kan ze haar werk beter doen. Om tot deze punten te komen, betekende een jarenlange zoektocht naar wat de essentie van een verhaal is. Dat allemaal om uiteindelijk de schrijvers van verhalen (vooral via scripts) te kunnen helpen in die soms onmogelijke zoektocht.

Vertrouwen is hier een kernwoord. Producenten en studio’s zouden vertrouwen moeten hebben in de scenarioschrijvers die letterlijk getraind zijn in het vertellen van het verhaal van de film. In de praktijk heeft ze echter gezien hoe slecht het er in meetings achter gesloten deuren aan toe kan gaan, waar de meest absurde voorstellen worden gegeven over het script door mensen die totaal geen benul hebben van welk verhaal eigenlijk verteld moet worden. In haar eigen werk is dat dus een hoofdregel geworden: “schotel nooit zomaar een idee voor aan een scenarioschrijver.” In plaats daarvan probeert Leys samen met de schrijvers met wie ze werkt, vaak via haar eigenlijk best simpele en schematische hoofdpunten, tot de kern te komen van wat het verhaal precies is dat ze willen vertellen. “Nog is voor mij het sleutelwoord in dit soort gesprekken,” aldus Leys. “Het verhaal werkt NOG niet,” is een veel betere manier om met een scenarioschrijver te praten over waar ze met hun verhaal naartoe werken. Het stuurt ze immers een richting op, waardoor ze dieper komen tot de essentie van hun verhaal.

Opnieuw gaat het om raffineren, want het doel is om een verhaal zo ideaal mogelijk te ordenen, zodat ook het publiek vertrouwen begint te krijgen in het verhaal dat ze via een film gaan zien. Leys beschrijft dat volledig herkenbare gevoel, wanneer je een film of serie opzet en op de een of andere manier binnen de eerste tien minuten al weet dat je een goede keuze hebt gemaakt en het naar je zin gaat krijgen. Dat is het vertrouwen dat je van een publiek moet winnen. En dat vertrouwen kan je alleen maar krijgen als je dat publiek serieus neemt, door ze niet als dom of onverantwoordelijk weg te zetten, maar juist tegemoetkomt met een serieus en goed geordend verhaal. Te vaak ziet Leys dat films en series hun publiek niet meer serieus nemen, waardoor die fragiele vertrouwensband tussen verteller en publiek per definitie gebroken is. “Het publiek is slim en let op,” zegt Leys daarover. “Hou daar altijd rekening mee.”

Over publiek gesproken: uiteindelijk gaat Leys ook uitgebreid met het publiek in gesprek over hun eigen vragen en twijfels. Het levert een dynamische masterclass op, waarin veel ideeën over en weer gaan, vooral om uiteindelijk bij de hoofdpunten terug te komen die Leys eerder al op dat spreekwoordelijke post-it-briefje heeft kunnen schrijven. En dat was precies de kracht van deze masterclass, die ontzettend veel tijd nam om steeds opnieuw te benadrukken dat alles in de kern eigenlijk vrij simpel is. Dat is belangrijk, omdat zelfs de meest ervaren scenarioschrijvers vast kunnen komen te zitten op precies die simpele hoofdzaken.

“Het is moeilijk werk,” sluit Leys dan ook af. “Men denkt altijd dat iedereen een schrijver wil zijn, maar dat is totaal niet waar.” Je moet het echt willen, dit gekke vak van scenarioschrijven, benadrukt ze. En dat betekent dat je altijd tot die essentie van jouzelf moet komen: jouw stem en jouw waarheid die vorm gaan geven aan jouw verhalen. Dat doorontwikkelen en raffineren totdat je bij de essentie komt is het echte werk van de verhaalverteller.

Fotocredit: Amie Galbraith

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ideeënbus

Deel je idee met ons!

Ideeënbus

Deel je idee met ons!

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Nieuwsbrief

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief