Een effectief kostuumontwerp in film zou je bijna als onzichtbaar kunnen zien. Of de kostuums nou ingetogen of extravagant zijn, zolang ze passen binnen de verhaalwereld van de film, neem je als publiek de ontwerpen al gauw aan voor waar. Maar wat is het speelveld tussen historische en culturele correctheid aan de ene en artistieke vrijheid aan de andere kant?
Met die vraag kwam kostuumontwerper Josine Immoos de Vrijplaats op maat Beeldbepalers 2024 binnen. Als afronding van haar onderzoek organiseerde zij een gesprek met kostuumontwerpers Ellen Lens en Patricia Lim en filmmaker, researcher en creative producer Sabrina Sugiarto. Naar aanleiding van deze inspiratiesessie schreef filmcriticus Hugo Emmerzael dit verslag.
Creatieve vrijheid versus culturele correctheid
Toen Josine Immoos werkte aan de kostuums voor de Nederlandse speelfilm Buladó (Eché Janga, 2020), stuitte ze zelf op een creatief dilemma. Ze moest een historisch kostuum ontwerpen dat de inheemse bevolking van Curaçao had kunnen dragen. De vraag was: hoe ziet zo’n kostuum eruit? Immoos speurde universiteiten af om historici te vinden die haar konden helpen in dit proces, maar na uitgebreid onderzoek bleek dat er geen eenduidig antwoord was op haar vraag. En dat riep alleen maar meer vragen op: in hoeverre mag je als kostuumontwerper dan de creatieve vrijheid nemen om met een eigen ontwerp te komen? En in hoeverre probeer je met dat design nog cultureel en historisch correct te blijven?
Voor Buladó vond Immoos uiteindelijk een geschikt ontwerp, gebaseerd op lokale traditionele klederdracht uit die tijd van nabijgelegen plekken en gemaakt met de materialen die op Curaçao te vinden waren. Desalniettemin bleven haar vragen overeind staan: welke verantwoordelijkheid heeft een kostuumontwerper als het over gevoelige kwesties van representatie gaat? Welk cultureel en historisch bewustzijn neem je mee in een proces dat ook altijd artistiek en creatief is? Wat is dus de balans tussen creatieve vrijheid en culturele en historische correctheid?
Met die vragen kwam Immoos bij FilmForward Vrijplaats op Maat terecht. Tijdens de Inspiratiesessie Kostuumontwerp diepte ze dat onderzoeksonderwerp uit door met andere makers en kostuumontwerpers in gesprek te gaan. Onder leiding van filmcriticus en Vrijplaats-curator Dana Linssen maakte Immoos samen met panelisten Patricia Lim, Ellen Lens en Sabrina Sugiarto de balans op als het aankomt op representatie en creativiteit binnen film. “Zo’n onderzoek is natuurlijk nooit afgelopen,” benadrukte Linssen bij de aftrap van het gesprek. En inderdaad, tijdens deze inspiratiesessie bleek hoe urgent Immoos’ onderzoeksvraag nog altijd is, en hoe moeilijk het is om op definitieve antwoorden terecht te komen.
Factoren
Immoos kwam aan het begin al wel met een voorzichtige conclusie. Er zijn drie factoren die invloed hebben op de mate van creatieve vrijheid die je binnen kostuumontwerp kan permitteren. Je hebt de setting, het tijdvak en de culturele kaders waarbinnen het verhaal van een film zich afspeelt. Als deze factoren sterk gedefinieerd zijn — neem ter illustratie een historische film over het Nederlandse slavernijverleden — dan heb je als kostuummaker een hogere mate van verantwoordelijkheid om een accurate representatie te creëren. Zodra het verhaal van de film minder sterk leunt op zulke factoren — denk aan een sciencefictionfilm — kan je je als kostuumontwerper veel meer vrijheid aanmeten.
Als ware inspiratiesessie bestond het gesprek vooral uit veel voorbeelden. Clips van onder andere Yorgos Lanthimos’ The Favourite (2018) kwamen voorbij. Volgens Immoos is Sandy Powells kostuumontwerp voor dit iconoclastische kostuumdrama een goed voorbeeld van hoe je binnen de kaders van een historische setting toch creatief om kan gaan met kostuum. De op historische klederdracht gebaseerde ontwerpen maken namelijk gretig gebruik van moderne materialen als spijkerstof. Het leer wordt niet altijd historisch correct gebruikt in het ontwerp en in plaats van kant gebruikt Sandy Powell stof bewerkt met moderne laser cut technieken. Misschien is hier wel de ideale balans gevonden tussen een vorm van historische accuraatheid en creatieve vrijheid. Minder succesvol hierin was Rob Marshalls Memoirs of a Geisha (2005), een film over een meisje dat in het Japan van 1929 wordt verkocht om als geisha te worden opgeleid. Colleen Atwood won de Academy Award voor beste kostuumontwerp, terwijl haar kostuums de gelaagde culturele codes en tradities van de Japanse samenleving uit die tijd totaal niet respecteren. Voor de aanwezige sprekers is een film als dit een schrijnend voorbeeld van welke verantwoordelijkheid je hebt om een groep mensen accuraat af te beelden, ook op het detailniveau van kostuums.
Hun groepsgesprek richtte zich vooral op de meta-laag van representatie en culturele gevoeligheid, en de manieren waarop de individuele gasten met zulke kwesties omgaan in hun eigen vakgebied. Met al meer dan drie decennia ervaring op zak, kan je Ellen Lens inmiddels een veteraan binnen het vak noemen. De kostuumontwerper van onder andere Thomas Vinterberg Kollektivet (2016) en Druk (2020) berust zich vooral op het script van de projecten waar ze aan werkt. “Bij mij is het bijna een vereiste dat de regisseur ook dat scenario heeft geschreven,” legt ze uit aan het aanwezige publiek. “Die directe lijn met de regisseur is namelijk ontzettend belangrijk voor mij.” Linssen vraagt Lens welke rol research speelt in haar werk, waarop Lens antwoordt dat al die jaren ervaring voor een zekere gevoeligheid heeft gezorgd. “Lokale gebruiken respecteren is als mijn tweede natuur,” beschrijft ze over de verantwoordelijkheid die ze voelt richting nauwkeurige en respectvolle representatie.
Grote klap
Een terugkerend onderwerp is de hardnekkigheid van stereotypering binnen media en cultuur. Kostuumontwerper Patricia Lim weet daar alles van, mede omdat ze voor Char Li Chungs theaterstuk De Bananengeneratie (gebaseerd op Pete Wu’s gelijknamige bestseller boek) op een subversieve manier moest spelen met de stereotypering van Nederlanders met een Aziatische achtergrond. Met dit stuk — en met het aanstaande Madame Butterfly, ook van Theater Oostpool — maakt Lim gebruik van stereotyperende elementen om kwesties rondom kolonialisme en racisme juist op scherp te zetten. “Char Li Chung houdt ervan om dingen met een grote klap te doen. Als regisseur met een missie vertrouwde ik hem er dus op dat hij die stereotypen op een goede manier zou gebruiken om een ander verhaal neer te zetten.” Lim draagt wat clips van Martin Scorsese’s historische opus Killers of the Flower Moon (2023) voor, om te onderschrijven met welke gevoeligheid dit filmteam heeft gekeken naar de klederdracht van de Osage, de oorspronkelijke bewoners van Amerika die in Scorsese’s film systematisch worden uitgebuit door witte Amerikanen.
Uiteindelijk verschuift de focus van het gesprek, weg van kostuums in het specifiek, richting culturele gevoeligheid in het algemeen. Schrijver, regisseur en creative producer Sabrina Sugiarto reflecteert op haar positie binnen het culturele landschap als zwarte vrouw. Voor haar is die relatie tussen creatieve vrijheid en culturele verantwoordelijkheid essentieel. “Een film als The Favourite kan zich meer vrijheid permitteren,” legt ze bijvoorbeeld uit, “omdat er al zoveel kostuumdrama’s in Engeland zijn gemaakt. Buladó is een ander verhaal. Dit is een Nederlandse film met urgente historische thema’s die nog niet vaak genoeg verteld zijn. De film heeft dus een andere verantwoordelijkheid richting een divers publiek. Dat is ook een manier waarop ik naar dingen kijk. Als zwarte kijker zie ik soms iets en denk ik: ‘dit moet anders.’ Tegelijkertijd stel ik mijzelf als maker altijd de vraag: ‘who do I serve?’” Als case study draagt Sugiarto haar werk voor de tentoonstelling Sabi Suriname aan, gepresenteerd in het kader van Tropenmuseum Junior. Als persoon van kleur binnen die organisatie was Sugiarto zich enorm bewust van haar meer kwetsbare positie, maar de mogelijkheid om zo’n grote impact te maken op zo’n grote groep kinderen was voor haar een reden om die lastige klus toch uit te voeren. Ze merkt op dat er veel gevoeligheden komen kijken bij de juiste representatie van Suriname binnen zo’n museale context. “Je bent altijd de balans aan het opmaken.”
Er komen andere voorbeelden voorbij die allemaal bevestigen dat er ontzettend veel blinde vlekken zijn in de culturele sector als het aankomt op de eerlijke representatie van groepen, mensen en culturen. Uiteindelijk sterkt dit alleen maar het besef dat een kostuumontwerper met een bijzondere gevoeligheid en verantwoordelijkheid diens werk moet doen. Immoos brengt het uiteindelijk allemaal weer terug naar haar eigen onderzoek door de lastige vraag te stellen: “wanneer kan je je creatieve vrijheid wel permitteren en ondertussen ook cultureel incorrect zijn?” Kan dat überhaupt?
Gelaagdheid
Een voorzichtige conclusie is dat het allemaal neerkomt op de gelaagdheid van het project. Met een plat script heb je geen sterk fundament om een goed kostuum te ontwerpen. Hoe meer lagen in het scenario zitten, hoe meer mogelijkheden er vrijkomen voor kostuumontwerpers om de diepte in te gaan, op elke mogelijke manier. Immoos: “Daardoor ligt die verantwoordelijkheid altijd bij de maker.” “Als creatief team op een film maak je naar mijn idee een soort nieuwe taal met alle disciplines naar de ideeën van de regisseur op basis van het script. Gezamenlijk spreek je af waar de kaders liggen en waar de creatieve vrijheid genomen wordt. Hierbinnen draag je vind ik wel een verantwoordelijkheid naar de maatschappij en de kijkers, maar wil je ze ook mee nemen naar de wereld die je creëert. het zal altijd van doen hebben met de tijd waarin je de film maakt, want wat we als maatschappij cultureel/historisch correct vinden verandert met de tijd en de blik en de ontwikkelingen in de samenleving.”
Uiteindelijk ben je als maker en als filmteam dus verantwoordelijk voor hoe je een film vertelt, en hoe dat mensen weer aan het denken gaat zetten. Daar is goed onderzoek voor nodig, zodat je weet met welke mate je creatieve vrijheid wil inzetten, om je ontwerp te versterken. Het gaat dus altijd om het vinden van de juiste balans tussen culturele en historische correctheid versus creatieve vrijheid voor de film waaraan je werkt . Die creatieve vrijheid is en blijft essentieel. “Film is uiteindelijk een kunstvorm die ons aan het denken zet, waarmee we andere werelden kunnen ervaren.”