Romke Faber was één van de vijf deelnemers van de Vrijplaats op Maat: Beeldbepalers – Visual Storytelling in 2024/2025. Voor zijn bijdragen aan de films Porselein (2019, Jenneke Boeijink) en Moloch (2022, Nico van den Brink) ontving hij een nominatie voor een Gouden Kalf voor beste Production Design. Hij is gespecialiseerd in World Building en gebruikte zijn tijd in de Vrijplaats om te werken aan een verhaalwereld die de basis kan zijn voor een Nederlandse sciencefictionproductie. In gesprek met filmjournalist en Vrijplaats curator Dana Linssen vertelt Faber over zijn inspiratie en wat hem beweegt in film.
Pas op de open dag van de Filmacademie ontdekken dat je ideale beroep gewoon bestaat, en dat je er een opleiding in kunt volgen. Dat is in het kort gezegd hoe Romke Faber Production Designer werd. Als kind van de jaren tachtig groeide hij op met Spielberg en Star Wars, en kwam hij via de kunstacademie op de filmacademie terecht – “misschien om camera te gaan doen”. Maar Production Design bleek “de ideale combinatie van theorie, research en praktijk.”
Hij is een echte ‘filmnerd’: “Ik was altijd een enorme fan van Tim Burton en zijn Batman-films, en tijdens mijn studie kwam Christopher Nolan met zijn Batman Begins (2005) en ik dacht alleen maar ‘Whoa dat kun je er ook mee doen.’” Andere makers en films die hem in die tijd inspireerden waren onder andere David Lynch en natuurlijk Fight Club en The Matrix. Hoewel het min of meer toevallig was dat hij daarna op het spoor van World Building kwam, is het ook volkomen logisch als je het werk van deze grote wereldbouwers bekijkt. “Het zijn allemaal grote werelden waarin een diepere verhaallaag zit, dat vind ik enorm inspirerend.”
Toen hij in het derde jaar van de academie stage ging lopen bij Rob’s Prop Shop, een facilitair bedrijf voor props, speciale make-up, practical effects (on set en in camera special effects) en animatronics (mechanische poppen) landde alles wat op school was aangestipt en wat hij uit al die boeken uit de mediatheek had opgestoken over grote voorbeelden als Ken Adam, die de eerste Bond-films deed en met Stanley Kubrick heeft gewerkt; of Rick Carter, bekend van Avatar (2009); of Fiona Crombie die recentelijk The Favourite (2018) en Mickey 17 (2025) heeft ontworpen: “Bij Rob heb ik pas echt veel over Production Design geleerd, simpelweg door hands on met van alles en nog wat bezig te zijn. Op de academie, en ik zeg het nu even heel gechargeerd, heerste toch nog een beetje dat Nouvelle Vague-idee van de regisseur als auteur, en dat werkt misschien ook nog wel voor een deel zo, maar zeker in het buitenland en nu bij al die series is dat ook wel achterhaald. Daar blijft soms de Production Designer als enige aan boord, terwijl regisseur en camerapersoon al lang vervangen zijn. Wat ik leuk vind aan filmmaken is dat we het samen doen, en dat we onze krachten bundelen om iets te maken wat meer is dan de som der delen. Als Production Designer kun je zoveel hebben aan goede communicatie met de Director of Photography; camera kan een goede set nog beter maken.”
Als net afgestudeerde Production Designer miste hij bij zijn meer ervaren collega’s tijd en enthousiasme om hem te helpen verder te leren in de praktijk. “Ik was echt een jonge hond die met iedereen wilde afspreken en over het vak praten, maar daar was de Nederlandse cultuur niet naar. En als ze dan wat wilden delen, dan waren het meestal best demotiverende verhalen, zo van ‘Production Design, dat kan helemaal niet in Nederland, hooguit ben je een veredelde Art Director, want we hebben daar helemaal niet de budgetten voor, en als jij het niet doet doet iemand anders het wel voor een tientje’. Tegelijkertijd ontdekte ik dat er in Amerika een heus Art Directors Guild bestond die een blad uitbrachten vol case-studies waardoor je een kijkje bij anderen in de keuken kon nemen, dus dat was voor mij veel inspirerender.”
Via Rob’s Prop Shop kon hij als assistent bij veteraan Benedict Schillemans aan de slag, als Art Director bij Tirza. Hij beschouwt hem nog steeds als een van de grondleggers van het Nederlandse Production Design. Schillemans adviseerde hem om in 2008 naar een World Building-conferentie in Los Angeles te gaan. Daar volgde nog zo’n eureka-moment: “Toen dacht ik echt, ‘dit is het’. Daar kwamen allemaal filmmakers en wetenschappers bij elkaar om het over de toekomst van narratieve media te hebben en toen voelde ik voor het eerst dat Production Design zoveel meer kan zijn.”
Een verhaal is niet alleen de plot, maar zie je terug in elke vezel van de film
De methode van World Building is ontwikkeld door de Britse ontwerper en Production Designer Alex McDowell, die onder meer had meegewerkt aan Fight Club (1999) van David Fincher en Steven Spielbergs Philip K. Dick-verfilming Minority Report (2002). In 2008 richtte hij het World Building Institute op, waar een integrale benadering van Production Design wordt bepleit op het kruispunt van design, technologie en wetenschap, een methodiek die inmiddels ook zijn sporen heeft verdiend in de architectuur, de organisatiekunde en de politicologie. “Daar hoorde ik voor het eerst dat een verhaal niet alleen de plot is, maar dat je dat in elke vezel van de film terug moet zien. Bij Minority Report hadden ze een kort verhaal, en in plaats van dat tot scenario om te werken, vond er een kruisbestuiving plaats tussen de ontwikkeling van het scenario en de visualisatie van de verhaalwereld, en de situaties die daaruit onstonden die weer tot scènes kon leiden. Toen ik in 2013 voor het eerst zelfstandig Production Design kon gaan doen bij de One Night Stand In het niets over de Bijlmerramp van Daniel Bruce, heb ik de theorie van het World Building dan ook voor het eerst toegepast.”
Het grootste misverstand over World Building is volgens Faber dat het wordt gezien als iets van het Art Department. Hij ziet het als een innovatie van het hele filmproces. “Je moet maar denken dat met de introductie van de geluidsfilm niet alleen filmgeluid veranderde, maar dat het impact had op de manier hoe verhalen worden verteld: dat is hierbij ook het geval.”
Het echte proces van World Building bestaat uit een aantal stappen, maar in het kort komt het erop neer dat je vooral goede vragen moet stellen aan je ideeën en je materiaal. En dan heel veel veldonderzoek doen en tijdgetuigen en ervaringsdeskundigen uithoren. “Als Production Designer ben je niet alleen voortdurend onderzoek aan het doen, maar ook voortdurend aan het studeren. Heel veel technische innovaties borduren voort op analoge technieken, dus soms geeft de filmgeschiedenis het antwoord. Je krijgt een script, dat speelt zich ergens af: hóe ziet die wereld eruit? En hoe maak je hem coherent, zodat zelfs de meest ongerijmde gebeurtenissen binnen die wereld toch logisch voelen? Soms is het alleen al genoeg om al je research via gedeelde mappen en Dropbox-systemen met alle Heads of Department te delen. Maar bij de film over de Bijlmerramp hebben we als Art Department ook heel veel onderzoek gedaan naar hoe de leefomstandigheden waren van de mensen die in de getroffen flats woonden. Van hoe ze sliepen tot wat er in de keukenkastjes stond. De regisseur wilde het historisch correct hebben, dus we hebben de hele wijk binnenstebuiten gekeerd op zoek naar originele details. Dan doken uit onze research details op die hij nog niet had ontdekt en heel enthousiast over werd.”
Wat bijzonder was dat Faber en zijn team ook een tijdelijk kantoor in de Bijlmer betrokken en zo als wat ware ‘in hun locaties’ zaten. De woningbouwvereniging maakte het mogelijk om in een originele flat aan de overkant te draaien; ze spraken tijdgetuigen en haalden dia’s uit het Gemeentearchief uit de vriezer om het beeld van 1992 helemaal te kunnen reconstrueren. “Misschien dat andere Production Designers zullen zeggen, ‘Oh, maar zo doen wij het ook al lang,’ maar voor mij geeft deze methode een deep dive die ik elders nog niet zo heb meegemaakt. Door mensen bij elkaar te krijgen, en zo’n integrale, holistische benadering creëer je een immersieve ervaring. En mensen voelen zich verantwoordelijk voor de hele productie. Niet dat een camerapersoon bij wijze denkt ‘Nou ik zie wel waar de kostuumontwerper mee komt en ik doe lekker m’n ding.’”
Er vond begin deze eeuw een enorme omslag plaats in de manier waarop films werden geproduceerd, toen langzamerhand het tot dan toe gebruikelijke analoge en lineaire proces werd vervangen door digitaal filmmaken en vertonen. Het lijkt lang geleden, maar wie zoals Faber tijdens zijn opleiding nog een staartje van die oude wereld meemaakte, was het een aardverschuiving die nog niet ten einde is: “Juist door de digitalisering zouden we van filmmaken veel meer een collaboratief proces kunnen maken dan het nu nog is, en dat kan de coherentie van verhaalwerelden alleen maar ten goede komen. Tegelijkertijd stelt de digitalisering ons ook nieuwe vragen over duurzaamheid: servers die staan te loeien maken LED-schermen in digitale studio’s niet per se goedkoper dan fysieke sets.”
Het is niet zo dat World Building zich alleen maar leent voor fantasy of sciencefiction, vertelt Faber, voor (nog) niet-bestaande werelden. In tegendeel. Een sociaal-realistisch drama is ook een wereld. Goede tijden, slechte tijden is ook een wereld. Dus toen hij na In het niets aan andere projecten ging werken, probeerde hij de methode weer toe te passen. Bij Narcosis (2022) van Martijn de Jong, die het scenario samen met Laura van Dijk schreef, waren beide schrijvers meteen enthousiast om zo naar hun film te kijken. Ze hadden zelf al heel veel research gedaan, maar verwelkomden ook wat er uit het Art Department voortkam. Voor het rouwdrama verdiepten ze zich in de duikerswereld en de wereld van paranormale communicatie, en ontwierpen ze een huis dat bijna als een personage een transformatie doormaakt, die als een spiegel voor de gemoedstoestanden van de personages werkt.
Tijdens de Vrijplaats deed Faber onderzoek naar een verhaalwereld die als basis kan dienen voor een Nederlandse sciencefictionproductie. Samen met Igor Kramer, met wie hij aan de Filmacademie afstudeerde met een bijzonder vormgegeven korte film over wiskundige Kurt Gödel, Director of Photography Joris Kerbosch en filmmaker/Production Designer Nina Spiering werkt hij aan een project rondom de Afsluitdijk, althans iets wat op de Afsluitdijk lijkt in een toekomstige of parallelle versie van Nederland. “De eerste ideeën dateren al uit 2011, eigenlijk simpelweg omdat ik weleens een film wildemaken vanuit het World Building-principe, maar ook vanuit behoefte aan meer verbeelding in de Nederlandse films voor volwassenen. Die eerste stappen zetten we in onze vrije tijd, in de avonduren, en soms lag alles heel lang stil. Veel Nederlandse films spelen zich voornamelijk in de Randstad af en zijn sterk in hun naturalisme, maar tegelijkertijd kijken bijna alle filmliefhebbers graag naar films die dat los durven of proberen te laten en speculatiever en fantasievoller kunnen zijn. Tegelijkertijd ben ik altijd op zoek naar films die je echt aan het denken zetten. Dat moet in Nederland toch ook mogelijk zijn?”
Wat ik leuk vind aan filmmaken is dat we het samen doen, en dat we onze krachten bundelen om iets te maken wat meer is dan de som der delen
Voor Faber en zijn team was met name de Hive Mind sessie onder leiding van Rogier Klomp, een vast onderdeel van het Vrijplaats-programma, heel behulpzaam in het verder brengen van de vormgeving van hun wereld. Via een aantal feedbackrondes, geïnspireerd op de zogeheten DasArts-methode die filosoof Karim Benhammar heeft ontwikkelt voor de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, stellen de deelnemers aan de Vrijplaats hun onderzoek, of hun projecten en concepten, voor aan de deelnemers. “Wat heel fijn, en ook wel spannend was, was dat Igor en ik eigenlijk alleen hoefden te luisteren, en niets te verdedigen hadden. We kregen via post-its en “roddelrondes” allerlei vragen en gedachten aangereikt die mensen bij ons project hadden. Dat was heel waardevol, want zo ontdekten we onze eigen aannames, en dingen die voor ons misschien heel vanzelfsprekend waren, maar voor andere oren niet meteen heel logisch klonken.”
Faber en Kramer hadden ter inspiratie een plattegrond van hun locaties, grondmonsters, gedroogde planten en allerlei andere objecten van hun expedities meegenomen, over het gebied waar zij hun wereld voor zich zien. “Allemaal dingen die we tijdens ons proces van World Building hadden verzameld. En toen ontdekten we hoe goed die Hyve Mind sessie daar eigenlijk bij past. In beide gevallen gaat het over de vragen die je stelt. Zoals Alex McDowell zegt: ‘Bevraag alles. What if en why not?’”
Na de Vrijplaats gaan Faber en zijn team op zoek naar een producent die hen kan helpen de wereld verder uit te diepen en krachtiger te maken. Met behulp van zijn onderzoeksbudget zal er in het najaar van 2025 een grote World Building-sessie worden georganiseerd, waar ook wetenschappers en experts bij zullen worden betrokken. “Hopelijk kunnen we daarna met schrijvers aan de slag. En wie weet welke verhalen er in die wereld kunnen zijn. We dromen groot. Het kan een film zijn, of een serie. Een geluidswandeling, of locatietheater. Wij gaan ervan uit dat als de wereld verder ontwikkeld is, die vanzelf de verhalen zal prijsgeven.”
